De kinderopvang kampt met een nijpend tekort aan vakmensen. Toch zijn er genoeg mensen die graag in de kinderopvang willen werken, maar niet het vereiste instroomdiploma hebben. De oplossing voor deze kloof wordt steeds vaker gevonden in bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo. Ook andere sectoren met personeelstekorten maken gebruik van deze mogelijkheid, zoals de techniek, de horeca en de zorg. Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) helpt bedrijven om handen en voeten te geven aan bij- en omscholingstrajecten.

Moest je voorheen een volledige mbo-opleiding niveau 3 of 4 volgen om in aanmerking te komen voor een baan in de kinderopvang, tegenwoordig kun je ook alleen voor bepaalde onderdelen van de opleiding een mbo-certificaat of praktijkverklaring halen via praktijkleren op de werkvloer. Deze mogelijkheid biedt kansen voor werklozen, werkenden en carrièreswitchers, die in de kinderopvang willen starten. Het voordeel voor de werkgever is dat je tijdens zo’n korte praktijkgerichte scholing meteen inzetbaar bent op de werkvloer.

Motivatie is doorslaggevend

Kinderopvang Kindernet in Gelderland maakt dankbaar gebruik van praktijkleren in het mbo om nieuwe medewerkers binnen te halen. Vanaf mbo-niveau 1 biedt Kindernet leerbanen aan, in eerste instantie met behoud van uitkering. De student kan doorstromen naar de functie groepshulp (mbo 2) en pedagogisch medewerker (mbo 3). Directeur Selma Özkan: “Het belangrijkste vinden we dat kandidaten motivatie en passie hebben voor het werk en niet het papiertje dat ze hebben.”

Praktijkverklaring

De Brancheorganisatie Kinderopvang en het ministerie van SZW lanceerden op 1 november jl. een ontwikkelpad voor zijinstroom in de kinderopvang. Naast instroom op mbo-niveau 1 en 2, is daarin de praktijkverklaring opgenomen. Dit is een kortdurende mbo-scholing voor ondersteuning van pedagogisch medewerkers op de werkvloer. Hiervoor komen ook mensen zonder startkwalificatie in aanmerking, zoals leerlingen van het praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso).

Nieuwe doelgroepen aanboren

Samen met het mbo-onderwijs en bedrijfsleven ontwikkelt SBB de kwalificaties voor een mbo-diploma, mbo-certificaat of praktijkverklaring. Corrola Hommen, Sectorunitmanager Zorg welzijn en sport van SBB: “Het ontwikkelpad, inclusief de praktijkverklaring, stelt de kinderopvang in staat nieuwe doelgroepen aan te boren om het personeelstekort aan te pakken. Eind van dit jaar komt er bovendien een subsidieregeling van het ministerie van SZW voor dit doeleinde. Een mooie ontwikkeling, want bijscholing via het mbo maakt medewerkers ook nog eens breder en langduriger inzetbaar.”

Goede begeleiding is voorwaarde

Kindernet wil graag gebruik gaan maken van de praktijkverklaring, want hoe groter de vijver waaruit de organisatie kan vissen voor nieuw personeel, hoe beter. Bovendien kunnen de studenten de pedagogisch medewerkers waardevolle ondersteuning geven door bepaalde werkzaamheden over te nemen.

Selma Özkan: “Helaas maakt het personeelstekort het nu nog wel wat lastig om voldoende personeel vrij te maken voor de begeleiding van deze studenten op de werkvloer. En goede begeleiding zien we als een voorwaarde voor het succes.”

Regionale samenwerking

Onlangs nam Kindernet vier statushouders op in het opleidingstraject. Met wat extra begeleiding en taalcoaching georganiseerd vanuit het Werkgeversservicepunt (WSP), draaien ze prima mee. Selma: “In deze groep zit veel potentie. Het is mooi om te zien hoe mensen opbloeien, omdat ze de kans hebben hun passie te volgen.”

Vraag het de SBB-adviseur

Corrola Hommen benadrukt dat regionale samenwerking en verbinding belangrijk is om tot goede resultaten te komen op het gebied van bij- en omscholen. SBB speelt daarin een cruciale rol. “Kinderopvangorganisaties maar ook andere organisaties en bedrijven die interesse hebben in bij- en omscholing van nieuwe en bestaande medewerkers, kunnen dit bespreken met een adviseur praktijkleren van SBB. De adviseur onderzoekt dan wat de mogelijkheden zijn en koppelt het bedrijf aan de juiste partners in de regio, zoals scholen, UWV, gemeente en brancheorganisaties.”